Aan boord van de "Westernland", v.l.n.r. kapitein Pieter Lagaaij, de eerste stuurman, generaal de
Gaulle en de Engelse generaal Spears. Op zekere avond had kapitein Pieter Lagaay van de Holland-Amerika Lijn er schoon genoeg van.
Hij liet het bofors-kanon één schot afvuren. De twaalfhonderd Franse soldaten aan boord
schrokken zich een ongeluk, omdat ze dachten aan torpedo’s en zeeslagen. Maar de
verduisteringsvoorschriften werden meteen stipt in acht genomen. Dit was één van de vele gebeurtenissen in het oorlogsjaar 1940, toen een grote vloot
oorlogsschepen en koopvaardijschepen op weg was naar Dakar en generaal Charles de Gaulle
in zijn hut aan boord van de Westernland nog eens de als vredelievend bedoelde
invasieplannen aandachtig bestudeerde.…. De historie vond zijn aanloop tijdens de nederlaag van het Franse leger tegen de Duitse
pantserbrigades en stukaformaties. In juni 1940 viel Parijs, het Franse leger capituleerde
en de oude maarschalk Pétain vormde een Franse regering in de nieuwe hoofdstad Vichy, die
geheel naar de Duitse pijpen diende te dansen. De vrij jonge brigadegeneraal Charles de Gaulle, die de Duitsers bij Abbeville, niet ver van
de Kanaalkust toch nog een gevoelige nederlaag wist toe te brengen, kon zich niet
neerleggen bij de gang van zaken. Eerst probeerde hij nog het Franse leger en de vloot van
het moederland over te laten brengen, resp. te laten varen naar de Franse gebieden in
Noord-Afrika. Geen enkele Franse minister, Paul Reynaud uitgezonderd, durfde in te gaan op
zijn voorstellen. Daardoor konden De Gaulle’s plannen, de strijd tegen de Duitsers
vanuit de Franse koloniën voort te zetten, voorlopig geen doorgang vinden. Het gros van
de vloot bleef in Toulon en het leger werd ontwapend. De Gaulle vloog naar Londen, waar hij direct begon aan de organisatie van het Vrije Franse
leger. Tevens lukte het hem een belangrijk gedeelte van de Franse koloniën, met name die
in Centraal-Afrika; het Midden-Oosten, in de Stille Zuidzee en de enclaves in Indië via
de BBC los te praten van het bewind van Vichy. Het verdroot de rijzige generaal dat zijn
radiotoespraken geen succes hadden in Senegal, waar de gouverneur Boisson louter uit
plichtsbesef trouw bleef aan Vichy. Een gevaarlijke situatie vond De Gaulle –en
Churchill was het met hem eens– omdat Dakar wel eens als U-boot-basis voor de Duitse
vloot zou kunnen gaan dienen. Dan zou het leed voor de Geallieerden niet te overzien zijn
geweest, omdat Dakar, dat nog geen 3000 km van Brazilië verwijderd is, een groot gedeelte
van de Atlantische oceaan beheerste. En als men dan bedenkt dat de Britse konvooien naar
het strijdtoneel in Noord-Afrika (Egypte, Cyrenaika) via Kaap de Goede Hoop werden
gedirigeerd, omdat de Middellandse zee te onveilig was, begrijpt men hoe belangrijk het
bezit van Dakar voor de Geallieerden was. Reeds in de zomer van 1940 kwamen Churchill en
De Gaulle overeen, dat met gezamenlijke krachtsinspanning van Vrije Fransen en Britten,
geassisteerd door schepen van andere bondgenoten, een vredelievende aanval op Dakar gedaan
zou worden. Men ontwierp het volgende ‘krijgsplan’: in het diepste geheim zou een
groot konvooi bestaande uit oorlog uitgerust, bewapend en bemand. Dat konvooi zou naar
Dakar varen en daar op zekere morgen in volle sterkte op de rede verschijnen met de Franse
driekleur in alle masten. In haar enthousiasme zou de bevolking het Vichy-gouvernement wel
weten te bewegen zich achter De Gaulle te scharen, zodat de stad zonder bloedvergieten in
Geallieerde handen zou vallen. Onkundig nog van hetgeen zich aan de Nederlandse grenzen en boven het Nederlandse luchtruim
afspeelde, voer kapitein Pieter Lagaay, gezagvoerder van het ruim 16.000 ton metende
H.A.L.-schip ‘Westernland’, komende van New York, op 10 mei 1940 Het Kanaal in. Tijdig
ontving hij van zijn directie het bevel onmiddellijk de koers te wijzigen en naar Falmouth
te varen. Daarmee ontliep de Westernland het lot van de (oude) Statendam. Even heeft de
Westernland in de haven van Falmouth dienst gedaan als hotelschip voor Nederlandse
regeringsfunctionarissen. Maar eind juli kwam het bevel, dat het schip naar Liverpool
moest varen. Daar werd het omgebouwd tot troepentransportschip, met haken voor hangmatten,
sterk vergrote keukens, een soort cafetariarestaurant, uitgebreide wasplaatsen, een
betonnen commandobrug, een luxueus ingerichte hut voor een nog onbekende persoonlijkheid
en één boforskanon tegen vliegtuigen. Kapitein Lagaay wist niet wat er met zijn
Westernland zou gebeuren. Totdat op 30 augustus 1200 Franse soldaten aan boord kwamen,onder aanvoering van generaal De
Gaulle. Tevens bleek, dat de Westernland het vlaggenschip zou zijn van een groot konvooi
dat naar Dakar zou varen. Dat de zaak minder geheim was gebleven dan men gehoopt had,
bleek uit de Duitse radio, die bralde dat men daar heel goed wist waar De Gaulle zat. En
inderdaad, de volgende nacht werd de haven van Liverpool op helse wijze door de Duitsers
gebombardeerd. Noch de Westernland, noch het zusterschip de Pennland werden getroffen. Op 31 augustus voer het konvooi uit. Franse en Engelse torpedojagers, vracht- en
passagiersschepen uit Frankrijk, Polen, België en Nederland voeren in een wijde boog
over de oceaan in de richting van Dakar. De eerste dag, dat men op zee, was, hoorde men
dat de Volendam was getorpedeerd door de Duitsers, die dit schip kennelijk hadden
aangezien voor het vlaggeschip van De Gaulle. Toen men Dakar al aardig was genaderd, kwam het bericht over de radio dat zes Franse
Vichy-kruisers Toulon hadden verlaten, ongehinderd door de Straat van Gibraltar waren
gevaren en nu met volle kracht naar het zuiden opstoomden. Aan boord van de
“Westernland” had men inmiddels zwaar te kampen met de verduisteringsvoorschriften.
Die Vrije Fransen soldaten namen het niet zo nauw. En steeds
waarschuwende de andere schepen, dat sommige patrijspoorten licht uitstraalden. De
nadering van de Vichy-kruisers betekende voor De Gaulle een ernstige streep door zijn
rekening. Men voer door naar Freetown (Sierra Leorie) om daar krijgsraad te houden. Toen
werd besloten de onderneming toch maar te wagen. Versterkt door het Engelse vliegdekschip
Ark Royal verscheen het konvooi in de ochtend van 23 september op de rede van Dakar in
zeer dichte mist. Het beoogde effect ging hierdoor geheel en al verloren. De Gaulle liet
zowel per vliegtuig als per boot onderhandelaars sturen naar Dakar, in de hoop dat de
autoriteiten zich zouden laten vermurwen. Het mocht niet baten, sommige parlementairs
werden gevangen genomen, anderen werden met mitrailleurvuur op de vlucht gedreven. Toen
namen de Geallieerden hun toevlucht tot geweld. Men ondernam een landing bij Rufique, even buiten Dakar, die door hevige tegenstand mislukte.
Niet minder dan 98 pct. van de Nederlandse bemanning had zich aangemeld als roeier,
waarover De Gaulle later in een persoonlijk schrijven aan kapitein Lagaay zijn bewondering
en zijn dank uitsprak. Na de mislukte landing vond over en weer een heftig artillerieduel
plaats, waarbij aan beide zijden zware verliezen werden geleden. Toen werd het De Gaulle,
die gedurende de 42 dagen, die hij aan boord van de Westernland doorbracht goede vrienden
met kapitein Lagaay was geworden, te machtig “Fransen, die Fransen doden, dat strijdt
tegen mijn gevoel.” Hij gaf bevel de strijd te staken. Hierop ontstak kapitein Lagaay in
een soort heilige toorn. “Toe generaal, schiet ze plat die Vichy-verraders en hang uw
gevoel maar zolang in mijn garderobekast.” Maar De Gaulle peinsde er niet over bet risico te lopen dat Vichy zich definitief aan de zijde
van de Duitsers zou scharen, met de kans dat de grote vloot in Toulon in Duitse handen zou
vallen. Het konvooi vertrok naar Frans Congo en zette daar de troepen aan land, die later
het onwillige Gabon aan de macht van Vichy zouden ontrukken.Contra Vichy
‘Westernland’ verbouwd
Moeilijkheden
Landing