Voorouders van Michiel Roeland Vader en Nicolette Elise Vader


Afbeelding

vorige  28ste Generatie  Volgende




215024640. Willem 'De Schele' Graaf, zoon van Wilhelmus De Upgoye, werd geboren omstreeks 1110 en is overleden op 27 feb 1179-1187 ongeveer 69 jaar oud.

Algemene notities: Op een bewaard gebleven fragment van het oudste necrologium van de Abdij van Oostbroek, daterend uit het laatste kwartaal der 12de eeuw, wordt de datum van overlijden vermeld: III Kl. Marcii O(biit): In eodem die Wilhelmus Lus (K.C. Kist; Arch. Kerkel. Gesch; Kist en Boyaards, 20e deel, 1849, pag. 38) / de quo serviet cellar /
Het perkamenten blad, dat eertijds als schutblad voor een boek heeft gediend, is half doorgesneden, zodat alleen de eerste lettergreep van het woord 'Luscus' bewaard bleef. Het jaartal is niet vermeld, maar onderaan de blz. is iets uit het jaar 1186 bijgeschreven met latere hand. Hij zal dus overleden zijn vóór 1187. Op 9 April 1178 (OB. Sticht I, no. 499) komt hij nog voor, zodat zijn dood gesteld moet worden op 27 februari 1179/87. Schele Graaf Willem komt voor onder de namen: "Wilhelmus Luscus", "Wilhelmus comes Strabo", "Wilhelmus Skeluwe" en "Wilhelmus comes". Onder zijn familienaam komt hij nooit voor, zijn graventitel wordt nimmer gepreciseerd. Hij is 'liber homo' van de bisschop. Op grond van het motief van de kleine personenkring onder de getuigen van de bisschop en wegens zijn herhaalde vermelding in zaken betreffende de Abdij Mariënweerd steeds tezamen met de Cuyck's, aan welke familie hij immers verwant is en naar aanleiding van zijn aanwezigheid bij dadingen, waarbij de onmiddellijke omgeving der Goye'se bezittingen, of hun belangen, betrokken waren, willen wij ook in deze graaf een lid zien van het geslacht van Upgoye of Goye. Van wie hij een zoon was, blijkt niet uit de stukken, wel kunnen wij met zekerheid aannemen, dat niet de Utrechtse graaf Theodericus de Upgoie zijn vader was; deze kan alleen een erfdochter gehad hebben. Er blijft dan wel geen andere keuze over dan hem te houden voor een zoon van Willelmus, de zoon van graaf Willelmus, waarbij dan nog voldaan wordt aan het zo gaarne aangehaalde 'Leitmotiv' der voornamen. Zijn vrouw is onbekend. Hij wordt vermeld van 1156/1178:
1156 juli 31-sept. 24. Wilhelmus Luscus met Tidricus de Rene et frater eius Gerlagus onder de laici nobiles et liberi en met de ministeriaal Otto castellanus getuigen voor bisschop Godefridus (van Renen; 1156-overl 27 mei 1178) (OB. Sticht I no. 416, anno juli-24 sept)
NB. Bisschop Godefridus van Renen was ee broeder van Theodericus de Rene, sedert 1162-1176 vermeld als castellanus (burggraaf) van Utrecht. Beide waren zij zoons van Dominus Godefridus de Rienen en van diens vrouw Sophia. De dochter van de castellanus Theodericus de Rene, eveneens Sophia genaamd en vrouwe van Herpen, was getrouwd met Heinricus de Kuc (= Heinricus comes de Kuic = Hanricus de Cuik, comes Traiertensis) en vermeld van 1166-1204. Schele graaf Willem was dus verwant zowel aan bisshop Andreas van Kuik als aan bisschop Godefridus van Renen.
1157 v66r 24 sept. Wilhelmus comes als eerste onder de laici vóór de schout Gerardus, getuige voor bisschop Godefridus (OB. Sticht I no. 419).
1157. Wilhelmus comes de Goie, onder de laici-getuigen voor het kapittel van St. Pieter te Utrecht bij overdracht van de tiend te Warnesfelde (Warnsveld) als tinsgoed aan Hugo, zoon vnn Peregrinus. Na Wilhelmus getuigt Theodricus (van Renen), frater domini Episcopi (OB. Sticht I no. 420, anno 1157, alwaar ten onrechte: Wilhelmus comes de Gore).
1159 juli 3. Willelmus Luscus onder de getuigen van bisschop Godefridus (van Renen) in een zaak de Abt van Mariënweerd aangaand (OB. Sticht I no. 427).
1165 april 22-juni 18. Wilhelmus comes Strabo et filius eius Wilhelmus nà de beide broeders van de Bisschop, de castellanus Theodricus en Gerlacus (van Renen) onder de getuigen-liberi van isschop Godefridus (OB. Sticht I no. 445, anno 1165).
1165 november 25. Wilhelmus Skeluwe is getuige voor keizer Frederik I, als deze vergunning geeft de Noda (Neude bij de Grebbe) door te graven, last geeft den dam bij Wich (Wijk-bij-Duurstede) in goede staat te houden en beveelt de dam te Svadcbure (Zwammerdam), door de Hollandse graaf Florens III daar wederrechtelijk in de Rijn gelegd, op te ruimen (OB. Sticht I no. 448).
NB. Dit ingrijpen van de keizer was voor de Goyese randgebieden van zeer groot belang. Immers tweemaal per jaar vonden, door het van de boven-Rijn overvloedig toevloeiende water, in het gebied van de Rijndelta en in het bijzonder langs de Lek en Kromme Rijn, grote overstromingen plaats. De oorzaak was in de eerste plaats het niet kunnen afvloeien van het water door de Neude, waardoor de Lek overvoerd werd, voorts de vervallen toestand, waarin de oude dam bij Wijk was komen te verkeren, waardoor het waterzich kon verspreiden over het longa palus (Langbroek) en over het Wijkerbroek, van waar uit het lage randgebied van Goye bedreigd werd. Door de dam, die de graaf van Holland bij Zwammerdam had aangelegd om zijn eigen gebied ten koste van de Utrechtse landen te beveiligen, was hier de toestand langzamerhand hachelijk geworden. De heer van Goye was dus bij de keizerlijke regeling wel in sterke mate belang
hebbende en zijn aanwezigheid bij het uitgeven van deze oorkonde was dus een natuurlijke zaak, zijn afwezigheid zou hier opvallend vreemd zijn geweest;
misschien kan men er ook een aanwijzing in zien, dat hij nog als rijksgraaf beschouwd werd.
24 sept. Willelmus Luscus comes is met Gerlacus (van Renen), broeder van de bisschop onder de 'liberi homines' getuige voor bisschop Godefridus, als deze
de Abdij Mariënweerd in hare bezittingen bevestigt (OB. Sticht I no. 455, anno 1166, < 24 september).
1168 april 11-sept. 24. Wilhelmus Luscus comes, na Godefridus en Hermannus graven de Kuc, gebroeders, als aanwezig vermeld in het bisschoppelijk synodaal-gerecht in een zaak betreffende onrecht, dat zekere ridder Henricus uit de familie van Kuyc aangedaan is in zijn allodiaal bezit te Houninge (Houweningen) gelegen, dat later door Henricus aan de abdij Mariënweerd werd afgestaan (OB. Sticht I no. 48, anno 1165).
24 sept. Wilhelmus Luscus is met graaf Florens III van Holland en diens broeders Robertus en Otto, onder de getuigen-laici voor de proost Baldwinus van St. Marie te Utrecht (ook een broeder van Florens III) bij een schenking van de tienden en het gerechtvan Wiltenburg aan de kanunniken van St. Marie (OB. Sticht I no. 466, anno 1169, < 24 september).
NB. Het betreft hier dus een schenking van goed, gelegen aan de rand der Goye'se bezittingen.
1172 juni 18-sept. 24. Comes Luscus Wilhelmus is met om. Heinricus graaf van Gelre en diens zoon Gerard, graaf Florens III van Holland en diens broeders Robertus en Otto en met de (Utrechtse) castellanus Theodericus (van Renen) en diens broeder Gerlacus,onder de liberi-getuigen voor bisschop Godefridus (van Renen), als deze de voogdij over de landen van het kapittel van St. Jan te Utrecht, in het dorp Balgoie (bij de Maas ten Z. van Wychen), schenkt aan de proost van genoemd kapittel. Deze voogdij had Heinricus de Cuk, graaf van Utrecht zich wederrechtelijk toegeëigend, maar thans vrijwillig aan de bisschop afgestaan (OB. Sticht I no. 473, anno 1172).
1176 maart 9-juni 18. Wilhelmus Strabo is na Heinricus de Chuic (de graaf van Utrecht) en na Gerlacus (de Renen), thans castellanus (burggraaf van Utrecht) onder de laici nobiles, getuige bij een scheidsrechterlijke uitspraak van bisschop Godefridus inzake een geschil over de hof te Bosinkem (Beusiehem) (OB. Sticht I no. 485, anno 1176).
NB. Deze hof ligt bij de later bekende Hagensteinse leengoederen der Heren van Goye, die zij in leen hielden van de Heren van Cuyck.
1176 Wilhelmus comes onmiddellijk nà Gerlacus de Renen (de burggraaf) onder de laici getuigen voor Baldewinus proost van St. Marie, bij een schenking van tienden te Otterlo, aan het kapittel (OB. Sticht I no. 488, anno 1176).
1178 apr. 9. Willelmus Luscus comes als eerste, en nà hem Gerlacus (de Renen, de burggraaf) broeder van de bisschop, onder de liberi, getuige bij het testament van bisschop Godefridus (van Renen), die 27 mei 1178 overleed (OB. Sticht I, no. 499).

Willem trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512320       i.  Wilhelmus de Goye (geboren omstreeks 1140 - overleden in 1190-1196)


215024768. Folpert van Arkel, zoon van Jan III van Arkel en Adelheid van Heusden.

Algemene notities: Heer van Leerdam.

Folpert trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512384       i.  Herbaren I van der Lede


215024770. Willem van Altena .

Willem trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512385       i.  Nn van Altena


215024776. Herman van Heusden .

Algemene notities: Heer van Heusden (1130).

Herman trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512388       i.  Arnoud I van Heusden (overleden vóór 1200)


215024832. Volpert van der Lecke .

Volpert trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512416       i.  Giselbert van der Lecke


215024836. Steven van Smitshuisen .

Verdere gegevens:

1. Beroep(en): 1190.

Steven trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512418       i.  Hendrik van Smitshuisen (overleden vóór 1219)


215024864. Herman II van Cuijk, zoon van Hendrik I van Cuijk en Alverade van Hochstaden, werd geboren omstreeks 1100 en is overleden omstreeks 1168 ongeveer 68 jaar oud.

Algemene notities: Heer van Cuijk en Grave; stadsgraaf van Utrecht (zie 'De heren van Kuijc 1096-1400, door dr J.A. Coldeweij, blz. 30: 'Een huwelijk van Herman is in geen enkele bron terug te vinden. Om de identiteit van zijn vrouw vast te stellen, moet men, bij gebrek aan bronnen, andere wegen bewandelen. In verband met het feit dat Herman van Kuijc aan een jongere (tweede?) zoon de naam Albert gaf, heeft Hardenberg gedacht aan een huwelijk met een dochter van Albert van Chiny. Tot dusver ondernomen onderzoek laat zien dat er bloedverwantschap bestaat met leden van het geslacht van de graven van Henegouwen, die met het huis Namen verwant waren. Daar komt nog bij dat de naam Albert zowel bij de graven van Namen als bij met hen verwante geslachten zoals Laroche, Durbuy en Chiny, manifest zijn').

Herman trouwde met Nn van Chiny omstreeks 1130. Nn werd geboren omstreeks 1110 en is overleden omstreeks 1170 ongeveer 60 jaar oud.

Kinderen uit dit huwelijk:

                i.  Albert van Cuijk werd geboren omstreeks 1140 en is overleden omstreeks 1200 ongeveer 60 jaar oud.

107512432      ii.  Hendrik III van Cuijk (geboren omstreeks 1140 - overleden na 1204)


215024865. Nn van Chiny, dochter van Otto II van Chiny en Adelheid van Namen, werd geboren omstreeks 1110 en is overleden omstreeks 1170 ongeveer 60 jaar oud.

Algemene notities: Volgens de Ned. Leeuw 1949 was zij een dochter uit het geslacht van de Heren van Goye (Utengoye).
Volgens ES NF Band VIII Tafel 35 was zijn een dochter van Graaf Otto van Chiny en Adeleide van Namen.

Nn trouwde met Herman II van Cuijk omstreeks 1130. Herman werd geboren omstreeks 1100 en is overleden omstreeks 1168 ongeveer 68 jaar oud.

215024866. Dirk van Rhenen .

Algemene notities: Burggraaf van Utrecht Hij is een broeder van bisschop Godefridus van Renen ( 1156-overl 27 mei 1178 (OB. Sticht I, no. 468, anno 1170). Dominus Tidricus de Renen hield het burggraafschap van Utrecht van omstreeks 1156 (na de dood van de bisschoppelijke ministeriaal, de Castellanus Otto ca. 1155) tot aan zijn dood in 1176 in leen van zijn broeder, bisschop Godefridus. Na zijn dood verviel het leen aan hun andere broeder Gerlacus de Renen, die burggraaf was van 1176 (OB. Sticht I, no. 485, anno 1176, 9 maart-18 juni) tot zijn dood (nà 1187). Bij zijn kinderioos overlijden kwam het burggraafschap op zijn jonge achterneef Godefridus de Kuc, oudste zoon van Hanricus en Sophia van Renen, Vrouwe van Herpen.

Dirk trouwde met Nn van Bierbeek?.

Kind uit dit huwelijk:

107512433       i.  Sophie van Rhenen (geboren omstreeks 1140 - overleden omstreeks 1191)


215024867. Nn van Bierbeek? .

Nn trouwde met Dirk van Rhenen.

215024874. Arnoud Spiker .

Algemene notities: Heer van Waterland en een der 'viri clarissimi' van Holland genoemd in een charter op 7 okt. 1143. Hij en zijn vrouw Imme schenken tussen 1130 en 1161 een hoeve land bij Warder aan de abdij van Egmond.

Arnoud trouwde met Imme.

Kind uit dit huwelijk:

107512437       i.  Nn Arnoud Spikersdr


215024875. Imme .

Imme trouwde met Arnoud Spiker.

215024876. Dirk I van Altena werd geboren omstreeks 1120 en is overleden na 1189.

Algemene notities: Heer van Altena. Diverse malen als vooraanstaand getuige voor de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland vermeld (1143-1172). Hij is vermeld met zijn zoon Boudewijn in 1189 en nam deel aan de derde kruistocht in 1189.

Dirk trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512438       i.  Boudewijn I van Altena (geboren omstreeks 1150 - overleden op 21 aug 1200)


215024878. Steppo van Viggizele .

Algemene notities: Heer van Bornem; voogd van Temze, vermeld 1140-1164; hij was in conflict met de abdij van Affligem over het recht op een schaapskooi.

Steppo trouwde met Aleijdis van Gent vóór 1145.

Kinderen uit dit huwelijk:

                i.  Zeger II van Viggezele werd geboren in 1140 en is overleden omstreeks 1202 ongeveer 62 jaar oud.

107512439      ii.  Margaretha van Gent


215024879. Aleijdis van Gent, dochter van Zeger I van Gent.

Algemene notities: Erfdochter van het burggraafschap van gent.

Aleijdis trouwde met Hugo I van Encre. Hugo is overleden vóór 1145.

Aleijdis trouwde vervolgens met Steppo van Viggizele vóór 1145.

215024880. Rupert I van Laurenburg, zoon van Dudo van Laurenburg en Demudis van Arnstein, werd geboren omstreeks 1110 en is overleden vóór 13 mei 1154.

Algemene notities: Graaf van Laurenburg (vermeld 1124-1152); heer van Miehlen (1132). Hij bouwt ca. 1120 het slot Nassau en stichtte het klooster Schönau-Lipporn en droeg dit in 1132 op aan de aartsbisschop van Mainz. Het is niet geheel zeker of Gerard van Laurenburg een zoon van hem is.

Rupert trouwde met Beatrix van Limburg vóór 1135. Beatrix werd geboren omstreeks 1115 en is overleden na 12 jul 1164.

Kinderen uit dit huwelijk:

                i.  Arnold II van Laurenburg

               ii.  Gerard van Laurenburg

107512440     iii.  Rupert II van Laurenburg (overleden omstreeks 1159)


215024881. Beatrix van Limburg, dochter van Walram III 'Paganus' van Limburg en Judith van Gelre, werd geboren omstreeks 1115 en is overleden na 12 jul 1164.

Beatrix trouwde met Rupert I van Laurenburg vóór 1135. Rupert werd geboren omstreeks 1110 en is overleden vóór 13 mei 1154.

215024888. Gerard II van Gelre, zoon van Gerard I 'de lange' van Gelre en Clementia van Gleiberg, werd geboren omstreeks 1098, is overleden op 2 feb 113412 ongeveer 36 jaar oud en werd begraven in de kerk van Wassenberg.

Algemene notities: Graaf van Wassenberg en Gelre (vermeld 1117-1131).

Stiftete 1118 die Kirche in Wassenberg; 1112, 1117, 1118 und 1122/25 mit dem Vater Urkundenzeuge; 31. März 1125 Graf von Wassenberg; 8. März 1129 Graf von Geldern (Gerhardus Longus de Gellere); 1129/31 Principalis comes mit Ehefrau Ermengarde (von Zutphen) und Sohn Heinrich; 29. März 1131 comes Gerhardus Gelre. – Ob er je als Graf von Geldern fungiert hat, ist ungewiß (P. Schiffer, S. 69). Daher hat DE VRIES, Opkomst, S. 11 Anm. 4, die Ordnungszahl Gerhards in Klammern gesetzt (Gerhard (III.)). Ebenso P.Schiffer(hier aber als Gerhard (II.)).

Gerard trouwde met Ermgard van Zutphen omstreeks 1115. Ermgard werd geboren omstreeks 1100 en is overleden in 1141-1142 ongeveer 41 jaar oud.

Kinderen uit dit huwelijk:

                i.  Adelheid van Gelre werd geboren omstreeks 1110 en is overleden na 1150.

               ii.  Salome van Gelre werd geboren omstreeks 1115 en is overleden omstreeks 1170 ongeveer 55 jaar oud.

107512444     iii.  Hendrik I 'de jongere' van Gelre (geboren omstreeks 1117 - overleden op 27 mei 1182, begraven in het klooster te Camp bij Düsseldorf)


215024889. Ermgard van Zutphen, dochter van Otto II 'de rijke' van Zutphen en Judith van Supplinburg, werd geboren omstreeks 1100 en is overleden in 1141-1142 ongeveer 41 jaar oud.

Algemene notities: Na het kinderloos overlijden van haar broer Hendrik (ca. 1122) erfgename van Zutphen.

Ermgard trouwde met Gerard II van Gelre omstreeks 1115. Gerard werd geboren omstreeks 1098, is overleden op 2 feb 113412 ongeveer 36 jaar oud en werd begraven in de kerk van Wassenberg.

Ermgard trouwde vervolgens met Koenraad II van Luxemburg vóór feb 1134. Koenraad werd geboren omstreeks 1110 en is overleden op 30 mei 1135 ongeveer 25 jaar oud.


215024890. Lodewijk II van Arnstein .

Lodewijk trouwde met Adelheid van Odenkirchen.

Kind uit dit huwelijk:

107512445       i.  Agnes van Arnstein (geboren omstreeks 1120 - overleden vóór 1180)


215024891. Adelheid van Odenkirchen .

Adelheid trouwde met Lodewijk II van Arnstein.

215024892. Otto IV van Scheyern, zoon van Ottto II van Scheyern en Richardis van Weimar-Orlamünde, werd geboren circa 1090, is overleden op 4 aug 1156 in Ensdorf, Duitsland ongeveer 66 jaar oud en werd begraven in Ensdorf, Duitsland.

Algemene notities: Voor het eerst vermeld bij de wijding van Eisenhöfen eind 1104. Hij neemt deel aan de Romzugn van keizer Hendrik V (1110-1111) en is een van degenen die op 12 feb 1111 paus Paschalis II met de kardinalen gevangen neent. Vermeld als voogd van Eisenhofen en Freising (5 sep 1114). Hij wordt voor het erst aangeduid als Otto van Wittelsbach (=Witilinesbac) op 1 nov 1115. Hij sticht, als paltsgraaf Otto van Beieren (1116-1156), in opdracht van paus Calixtus II, tot boetedoening voor zijn deelname aan de Romzugvan 1010/1011, een Augustijnerklooster te Indersdorf (25 juni 1120, gewijd 1128). Hij begint op 23 mei 1121 tevens met de bouw van het door zijn schoonveder geplande Benedictijnerklooster te Ensdorf en voltooid dit als zijn schoonzoon en erfgenaam (gewijd 1123); voogd van Ensdorf en Indersdorf; voogd van Scheyern, Geisenfeld. Voorts is hij vermeld als voodg van Sankt Ulrich in Augsburg (ca. 1125) en Kühlach (30 jan 1127); (palts)graaf van Lengenfeld (ca. 1130). Voor het laatst vermeld op 3 en 4 mei 1156 wanneer keizer Frederik I 'Barbarossa' Pinksteren doorbrengt op een burcht van paltsgraaf Otto.
Een andere bron geeft als datum overlijden 14 sep 1170.

Otto trouwde met Heilica van Lengenfeld vóór 13 jul 1116. Heilica werd geboren omstreeks 1101, is overleden op 14 sep 1170 ongeveer 69 jaar oud en werd begraven in Ensdorf, Duitsland.

Kinderen uit dit huwelijk:

                i.  Frederik van Wittelsbach

               ii.  Koenraad van Wittelsbach

              iii.  Adelheid van Wittelsbach

               iv.  Nn van Wittelsbach

                v.  Otto van Wittelsbach werd geboren omstreeks 1120 en is overleden op 18 aug 1198 ongeveer 78 jaar oud.

107512446      vi.  Otto V van Wittelsbach (geboren omstreeks 1120 in Kelheim, Duitsland? - overleden op 11 jul 1183 in Pfullendorf, Baden, Duitsland)

              vii.  Hedwig van Wittelsbach werd geboren omstreeks 1135 en is overleden op 16 jul 1176 ongeveer 41 jaar oud.


215024893. Heilica van Lengenfeld, dochter van Friedrich II van Lengenfeld-Hopfenohe en Heilica van Staufen, werd geboren omstreeks 1101, is overleden op 14 sep 1170 ongeveer 69 jaar oud en werd begraven in Ensdorf, Duitsland.

Algemene notities: Erfganame van de Noordgau. Vermeld als dochter van Friedrich en gemalin van de paltsgraaf Otto (25 mei 1121)
Sommige bronnen plaatsen Hedwig als dochter van Ekbert von Formbach-Puttin en Wilburgis van Stiermarken, volgens Gens Nostra 1991 11/12, blz. 668 (348).

Heilica trouwde met Otto IV van Scheyern vóór 13 jul 1116. Otto werd geboren circa 1090, is overleden op 4 aug 1156 in Ensdorf, Duitsland ongeveer 66 jaar oud en werd begraven in Ensdorf, Duitsland.

215024894. Lodewijk I van Loon, zoon van Arnold II van Loon en Adelheid van Mainz, werd geboren omstreeks 1110 en is overleden op 11 aug 1171 ongeveer 61 jaar oud.

Algemene notities: Graaf van Loon (1145-1171) en Reineck; burggraaf van Mainz.

Lodewijk trouwde met Agnes van Metz omstreeks 1140. Agnes werd geboren omstreeks 1120 en is overleden na 1174.

Kinderen uit dit huwelijk:

                i.  Gerard II van Loon werd geboren omstreeks 1140 en is overleden in aug 1196 ongeveer 56 jaar oud.

107512447      ii.  Agnes van Loon (geboren omstreeks 1145 - overleden op 26 mrt 1191 in Wartenberg of Kelheim)

              iii.  Adelheid Laurette van Loon werd geboren omstreeks 1150 en is overleden omstreeks 1192 ongeveer 42 jaar oud.

               iv.  Imagina van Loon werd geboren omstreeks 1150 en is overleden op 5 jun 1214 ongeveer 64 jaar oud.

                v.  Guda van Loon werd geboren omstreeks 1150 en is overleden omstreeks 1200 ongeveer 50 jaar oud.

               vi.  Sophie van Loon werd geboren omstreeks 1155 en is overleden omstreeks 1209 ongeveer 54 jaar oud.


215024895. Agnes van Metz, dochter van Volmar V van Metz en Mathilde van Dagsburg, werd geboren omstreeks 1120 en is overleden na 1174.

Algemene notities: Vrouwe van Longwy.

Agnes trouwde met Lodewijk I van Loon omstreeks 1140. Lodewijk werd geboren omstreeks 1110 en is overleden op 11 aug 1171 ongeveer 61 jaar oud.

215025152. Doede van Voorhout is overleden vóór 1161.

Algemene notities: In een van de oudste geschiedbronnen van de abdij Egmond, het Liber Sancti Adalberti (Het "Liber Sancti Adalberti", uitgegeven door O. Opperman, in: Fontes Egmundenses (werken Historisch Genootschap, 3e serie, no. 61), Utrecht, 1933, blz. 66-94; volgens de uitgever samengesteld in 1214), staan o.m. enige optekeningen over goederentransacties, die tot stand gebracht zijn door abt Walter. Deze regeerde van 1130 tot zijn dood in 1161.
Eén van deze transacties is voor interessant, omdat ze een persoon met de vertrouwde naam Kerstant (Cristancius) betreft. Gezien de tijd en de exclusiviteit van de naam, kan dit betrekking hebben op de latere drossaart. De optekening gaat over de verkoopvan een land te Heemskerk van Kerstant zoon van Doede (Cristancio filio Dodonis) en een schenking door deze voor de ziel van zijn zoon Gerard. Tevens blijkt ook voor de ziel van Doede een rente geschonken te zijn gevestigd op land in Voorhout (zie bijlage 1). Van de drie genoemde personen Kerstant, zijn vader Doede en zijn zoon Gerard, is dus alleen de eerste nog in leven ten tijde van de transactie. Kan nu deze Kerstant identiek zijn met de veronderstelde stamvader van de Wassenaer’s en Raephorsf’en?
Voor de behandeling hiervan moeten we de aandacht te vestigen op het goederenbezit van de Van Wassenaer’s, en wel speciaal de grafelijke lenen. Een vroege opgave van de lenen, die de heer Van Wassenaer van de graaf in leen hield, is te vinden in het "Oude Register van graaf Florens" (circa 1282). Naast de ambachtsheerlijkheden van Voorschoten, Wassenaar en Ketel vindt men er vermeld diverse tolopbrengsten, het huis ter Horst, de hof te Wassenaar, landbezit, jaarrenten en tienden en als laatste in de rij "Dodinsvere" (zie bijlage 2). Dit betreft het veerrecht over de Rijn, later aangeduid als het Schouw van Duivenvoorde en Het Haagsche Schouw (G. 't Hart: Het Haagse Schouw, in Leids Jaarboekje, 1967, blz. 143-159). Op de plaats ligt thans een brug. De naam Dodinsvere is in dit verband van groot belang. Andere vormen ervan zijn Doedinsvere, Doedijnsveer.
Het aansluitend stuk straatweg richting 's Gravenhage heette in de achttiende eeuw nog Doedincxlaen (ook Doeslaan). Wanneer we deze naam ontleden, dan kan de verklaring niet anders zijn, dan dat hier aangeduid wordt het veer van Doede. Met deze Doede moet een vorige eigenaar van het veer bedoeld zijn. Dit betekent, dat de heer Van Wassenaer omstreeks 1282 een leen in bezit heeft, dat vroeger aan een Doede behoorde. Beseffen we nu dat de Hollandse lenen in die tijd vrijwel uitsluitend rechte lenen waren, dan hebben we deze Doede onder de rechte, mannelijke voorouders van Dirk heer van Wassenaer te zoeken.
Combineren we dit gegeven met de optekening in het Liber Sancti Adalberti, waar Kerstant de zoon van Doede vermeld wordt, die dezelfde persoon moet zijn als Kerstant de drost van Holland en beschouwen we deze als de vader van Dirk de oudste van Raephorsten nemen we voorts in overweging, dat volgens de verklaring van omstreeks 1365 de Van Raephorsten van een jongere zoon Van Wassenaer afstammen, dan menen we hiermee de afstamming van de Van Wassenaer’s uit de drost van Holland Kerstant, zoon van Doede, te hebben aangetoond.

De stamvader Doede.

Tot nu toe is de stamvader Doede slechts terloops ter sprake gekomen. Uit het "Liber Sancti Adalberti" weten we, dat hij de vader van Kerstant is geweest en uit het "Oude Rlegister van graaf Florens" ca. 1282 valt op te maken, dat hij in het bezit was van het veer over de Rijn, ter plaatse van de huidige brug Het Haagse Schouw, oudtijds genaamd Doedinxvere en Schouw van Duivenvoorde. Nu staat echter vast, dat dit grafelijk leen in oorsprong groter is geweest dan blijkt uit de optekening van ca. 1282. Er bestaat namelijk een oudere omschrijving van het leen die mededeelt, dat het leen omvatte:
",die vere twischen des Rijnsover ende Zwadenburdamme" (deze uitvoeriger omschrijving komt voor in een opgave van de lenen, die heer Arent van Duvenvoirde hield van de heer Van Wassenaer, in het leenregister Wassenaer AA, folio 4 verso.
Naar uit dit en ook andere gegevens blijkt, had de heer Van Wassenaer het leen van het veerrecht aan de heer Van Duivenvoorde in achterleen uitgelgeven. Deze leenband zou tot het einde van het leenstelsel blijven bestaan. Vandaar de naam Schouw van Duivenvoorde. Met genoemde heer Arent van Duvenvoirde is waarschijnlijk bedoeld degene die in 1248-1268 vermeld wordt), d.w.z. het veerreoht op de Rijn tussen Katwijk en Zwalmmerdam. Met andere woorden: Doede moet het veerrecht bezeten hebben over heel het Hollandse gedeelte van de Rijn. Een dergelijk bezit stempelt de eigenaar tot een belangrijk heerschap. Dit valt nog te illustreren met het feit, dat over hetzelfde gebied van de Rijn het tolrecht vanouds in handen was van de burggraaf. Beide rechten zijn afgeleid van het landsheerlijke stroomregaal (S. J. Fockema Andreae, De Oude Rijn, in: Rechtskundige opstellen. . . aangeboden aan Prof. Mr. E. M. Meyers, Zwolle, 1935, p. 699-715. De auteur vergist zich door te menen (p. 702), dat het veerrecht "door den burggraaf in achterleen gegeven was aan den heer van Wassenaer". Uit de in ons artikel genoemde bronnen blijkt zonneklaar, dat de heer van Wassenaer het leen hield van de graaf van Holland, maar het op zijn beurt weer in achterleen had uitgegeven aan de heer van Duivenvoorde.).Het belang van het Doedinxveer blijkt eveneens uit de aansluitende Middeleeuwse verkeersweg. Deze heeft men kunnen reconstrueren vanaf 's Gravenzande via Monster, 's-Gravenhage en Wassenaar reohtstreeks naar het Schouw (zie de reconstructie van het tracé van de Rijnweg: H. Hardenberg, Lugdunum Batavorum, een vergelijkende studie, in: Jaarboek Die Haghe 1942, p. 168, noot 1, en de aanvulling hierop van P. J. van Breemen, De Heer Leyden en de topografie van den Haag, in: Jaarboek Die Haghe 1947, p. 115-165.). Over deze gehele afstand droeg deze weg in de Middeleeuwen de naam van Rijnweg om eerst vlakbij het veer de naam Doedinxlaan (Doeslaan) te krijgen.
De eigenaar en tevens naamgever van het leen zal onder de vooraanstaande Rijnlandse edelen gezocht moeten worden.
Slechts één edelman komt daarvoor in aanmerking: Doede van Voorhout, die vanaf 1101 tot circa 1130 vermeld wordt.
Niet weinig meen ik deze identificatie aannemelijk te achten, wanneer we zien, dat voor de ziel van Doede, de vader Kerstant, een schenking gedaan is van een rente, gevestigd op land in Voorhout, naar het "Liber Sancti Adalberti" ons mededeelt ("quatuor uncie in F’orenholte date pro anima Dodonis"). Merkwaardig is ten slotte, dat Doede van Voorhout enkele keren in één adem genoemd wordt met de burggraaf van Leiden. Beiden zijn blijkens een oorkonde van 1108 tot de edelvrijen te rekenen.
Het onderzoek toont thans aan, dat beiden leenmannen zijn over de belangrijkste rechten van de landsheerlijke rivier, die haar naam heeft gegeven aan het aangrenzende land.
Beide leenmannen zullen tot de belangrijkste edelen van Rijnland gerekend mogen worden. De vraag rest nog, welke betekenis men er aan mag hechten dat de Rijnlandse edelman Doede zich met de achternaam Van Voorhout noemt. Een
bezit van de ambachtslheerlijkheid kan in het eerste kwart van de twaalfde eeuw nog geen sprake zijn, een aanzienlijke vroonhof ter plaatse is niet bekend, de kerk met de tienden van Voorhout zijn reeds vroeg in handen van de abdij Egmond.
Kan Doede zijn naam ontleend hebben aan een of andere betrekking tot het grafelijke kasteel, dat binnen de parochie
Voorhout gelegen was, en dat we heden ten dage nog kennen als de ruïne van Teilingen? Merkwaardig is, dat omstreeks
de tijd, dat personen met de naam Van Teilingen voor het eerst voorkomen (1162 en 1174), we kunnen veronderstellen, dat belangen van de zoon van Doede, binnen Wassenaar en niet te Voorhout zijn geconcentreerd. Heeft de familie van Doede zijn rechten te Voorhout prijs gegeven ten behoeve van de aan het grafelijk huis verwante Van Teilingen’s?

Bijlage 1.

Opgave van enige transacties ten tijde van Abt Walter van Egmond (overl. 1161), opgetekend in het liber Sancti Adalberti.
(De pluribus possessionibus per venerabilem patrem Walterum abbatem Hecmundensem venditis et permutatis, et preciis inde receptis in meliores usus conversis).
A Cristancio filio Dodonis emit terram in Hemecekerke sex unc. persolventem, et ibidem idem Cristancius pro anima filii sui Gerardi dedit terram Sancto Adalberto tres unc. persolventem. Isdem domnus abbas Walterus vendidit terram in Haregan quatuor unc. solventem, que pertinebat ad capellam sancte Marie in Ecmunda, et cum eodem precio addita pecunia emit ab Athelheida et filiis suis Volperto et Everardo de Noirthe terram in Eksmundelf iacentem duodecim et dimidiam unc. persolventem, ex quibus dedit sancte Marie octo unc. pro quatuor. Iste octo uncie in Esknundelf et quatuor uncie in Forenholte date pro anima Dodonis pertinent ad capellam sancte Marie in Ecmunda.
Ontleend aan 0. Opperman, Fontes Egmundenses (Werken Historisch Genootschap, 3de serie, no. 61), Utrecht, 1933, p. 85-86.

Bijlage 2.

Opgave van lenen door de Heer van Wassenaar (Heer Dirk van Wassenaer), in leen gehouden van de Graaf van Holland,
circa 1282.
Dominus de Wassenare officium de Vorscoten et de Wassenare. Officium inden Ketel. Theloneum nundinarum in Vorscoten. Theloneum de Vlerdinghen. Jn nundinis hyemalibus et estiuis cum theloneo fori ebdomodalis. Theloneum etiam quod hulc tolne dicitur.
Zeedrifte, de (litore) aggere marino siue de stipite apud Catwiic vsque Woudrikem vt dicit, domino comite negante. Decimam in
Hatscampe. Decimam in Zutermere. Mansionem suam apud Horst cum terris et appenditijs. Curiam de Wassenare, cum terra in qua fundata est. Jnsuper terram de Sceveninghe et in Venhuizen. Totam terram que Veen appellatur de terra Ludolfi vsque ad terram Symonis, Preng. Jn Willemsvene triginta virgss veni. Dimidietatem munitionis de Rosenberg. Quinque lb. annuatim de theloneo de Ghervliete. Quatuor lb. annuatim de precaria in Pinacker. Bona etiam que sita sunt super Hernesse. Triginta duo iugera terre que sita sunt iuxta domum Bartholomei de Made. Otto lb. de Hilnergheest. Decimam de Sloet busc et de Scuren. Decimam in Ekendunis cum minuta decima. Decimam apud Weteringghe. Adhuc ibidem aliam decimam. Jnsuper ahhuc tertiam decimam in eodem loco cum minuta decima. Minutam decimam in Rysewiic. Vehiculum siue verscip in Leyden, et Dodinsvere.
Ontleend aan S. Muller Hz., Het oude register van graaf Florens, in: Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, 22 (1901), no. 3.

Doede trouwde met iemand.

Zijn kind was:

107512576       i.  Kerstant (Van Wassenaar)

Afbeelding

Startpagina | Inhoudsopgave | Achternamen | Naamlijst

Deze webpagina werd gemaakt op 7 aug 2019 met Legacy 8.0 van Millennia