Een van de oudst bekende gegevens van de familie Vader (en stamvader van de grootste tak) is de ondertrouw van Adriaan Marinisse Vader en Maria Jans, 4 april 1661 te 's-Heerenhoek. Gezien de datum moet dit huwelijk hebben plaatsgevonden in de voorloper van de kerk van 's-Heerenhoek. Maar hun kind Marinus Adriaanse (geb. 1664) gaat in 's-Heerenhoek in ondertrouw in 1691. Dat moet dus met zekerheid in deze kerk zijn geweest.
De tekst van de inschrijving luidt: Adriaan Marinissen, j.m. van bij 's-Heer Arendskerke met Maria Jans, j.d. van Calishoek zijn bij ons ondertrouwt 9 mei 1661. |
In 1655 wordt geconstateerd dat 'God Almachtigh wonderbaarlijck aenwas ende vermeerderinge van menschen dagelijcks op Calishouck (de vroegere naam van 's-Heerenhoek) laet comen, soodatter een groot ende merckelijk aangetal van menschen aldaer wert bevonden, de welck effective comen tot het gehoor van godt's woort' en wordt er bij de classis en de Staten van Zeeland op aangedrongen dat ter plaatse openbare godsdienstoefeningen worden gehouden.
Een viertal 'opgesetenen van Calishouck Nieuwen Craaijert etc.' verbindt zich zelfs om gedurende maximaal 2 jaar jaarlijks 200 Carolusguldens op te brengen tot onderhoud van een predikant, totdat 'bij het land soude wesen voorsien van volcomen tractament'.
Of dit ook werkelijk nodig is geweest, weten we niet; in 1657 werd de kerkelijke gemeente van Calishoek met een beroepen predikant ingesteld. De diensten werden gehouden in een daartoe ingerichte, overigens bouwvallige schuur en trokken in 1668 3 à 400 mensen; er waren toen meer dan 100 bevestigde lidmaten. Men zon op middelen voor een kerkgebouw, en toen in 1668 de kennelijk nogal energieke Elias Surendonck als predikant aantrad werd besloten tot een gecoördineerde actie. De kerkenraad zou de hogere instanties bestoken; Surendonck nam het op zich om, bijgestaan door de schout Marinus Spellemakers en enige anderen, door heel Zeeland te trekken om te collecteren bij 'alderlei stads- en standspersonen', en de financiële administratie van de actie te verzorgen. Een en ander werd urgent toen Calishoek in 1669 door een brand werd getroffen, waardoor de schuur bijna geheel werd verwoest. De Staten van Zeeland schonken ter stimulering van de actie 100 Rijksdaalders, en de Ambachtsheren stelden zich garant voor een fonds van 1000 guldens. Twee van hen verplichtten zich bovendien tot het bekostigen van de preekstoel.
De classis verstrekte een brief van recommendatie, waarin de 'grooten en druckenden noot werd bekent gemaeckt, en met eenen alle diaconieen, collegieen, hooge en lage Lantspersonen versocht haer de helpende hant te bieden' Hiermee gewapend haalde Surendonck bij 199 personen in totaal 267 Ponden, 3 Schellingen en 11 Groten Vlaams (ruim 1600 gulden) op; zelf droeg hij nog 12 Ponden bij. Tezamen met bijdragen van enige kerkvoogdijen en tientallen diaconieën (tot in Zeeuws Vlaanderen toe) werd een totaalbedrag bijeengebracht van ruim 3700 gulden. Na aftrek van administratie- en reis- en verblijfskosten bleef er 3383,64 gulden beschikbaar voor de bouw van de kerk.
In mei 1672 werd het werk aanbesteed in de herberg 'De Zoutkeet' te Goes voor de ronde som van 500 Ponden (3000 gulden) .Voor de toren werd een, 73 kilo zware, klok besteld bij Sr. Otten te Rotterdam (kosten 117,10 gulden) .Een zekere Verbrugge, vermoedelijk te Middelburg, maakte voor 100 gulden de preekstoel. Intussen werd er razendsnel gebouwd: 'welk werk in en onder alle de troubelen van ons Land in Augustus des zelven jaars door Gods goedheid volmaakt is' (ter gelegenheid waarvan uit de brouwerij 'de Weereld' voor 30 gulden bier werd gehaald) 'en is de eerste Predicatie daar in gedaan door den Predikant Surendonck des Zondags na de Goesse markt de text voormiddags zijnde Gen: 28 vs. 16 en 17 "Doe nu Jacob sijnen slaep ontwaeckte seijde hij: Gewisselijck is de HEERE aen dese plaetse: ende ick en hebbet niet geweten. Ende hij vreesde ende seijde; Hoe vreeslick is deze plaetse! dit en is niet dan een huijs Godes ende dit is de poorte des Hemels.
Het dorp 's-Heerenhoek is ontstaan op het kruispunt van dijken van een drietal polders, die in het begin van de zeventiende eeuw zijn drooggelegd. In 1672 bouwde de protestantse geloofsgemeente een rechthoekige zaalkerk met midden op het dak een dakruiter. In 1988 was de overplaatsing van deze kerk naar het museum voltooid.
Het zeventiende-eeuwse kerkgebouw is een van de vele Zeeuwse zaalkerkjes die indertijd gebouwd zijn. In 1832 vond een ingrijpende verbouwing plaats. Op het dak werden de leien vervangen door pannen. De voorgevel werd opgetrokken en de bakstenen vorktraceringen werden vervangen door houten ramen.
Op de in 1832 toegevoegde galerij is in 1902 een harmonium uit 1897 geplaatst. Dit tweedehandse Vocalion met één klavier was voor de kleine protestantse gemeente beter betaalbaar dan een echt orgel. Door het namaak-pijpenfront leek het harmonium op een orgel en zo werd het in de volksmond ook genoemd.
Op dit instrument werd overigens ook echte orgelmuziek gespeeld door schoolmeester Pols (tot zijn pensioen in 1915) en vervolgens door een tweetal dames. De organisten waren met andere woorden geen musici van beroep. Hun belangrijkste taak bestond uit het begeleiden van de gemeentezang. Zij speelden relatief eenvoudige muziek en brachten vóór en na de kerkdienst liedbewerkingen of arrangementen uit bekende harmoniumbundels ten gehore. De keuze was groot, want harmoniums waren in de tweede helft van de negentiende eeuw erg populair geworden, ook in huiselijke kring.
De oorspronkelijke indeling bestond uit bogten (muurbanken) langs de lange wanden en stoelen in het middenvak. Na 1917 is het interieur gewijzigd, waarbij de banken in drie bankenblokken werden gegroepeerd met daarvoor de dooptuin en de kerkeraadsbanken. Verder ziet u in de kerk de oorspronkelijke preekstoel uit 1674.
Achter de kerk was een ruimte die afwisselend als consistorie en dorpsschool werd gebruikt. In 1929 bouwde men de huidige consistorie achter de kerk.
Om de kerk liggen schelpenpaden en grasvelden met enkele grafstenen. Naar de ingang toe loopt een klinkerpad. Het gehele kerkhof is omgeven met tamelijk hoge beukenhagen.
Rond het midden van de negentiende eeuw nam het aantal hervormden sterk af vanwege de Afscheiding van 1834. Veel hervormden werden gereformeerd. De gereformeerden van 's-Heerenhoek gingen in het naburige Nieuwdorp kerken. Daardoor kwam de kerk op den duur leeg te staan en raakte zij uiteindelijk in verval.
Aan het einde van de 20e eeuw kreeg de kerk een plaats in het Openlucht Museum in Arnhem.
Bron: sheerenhoek.borsele.net die opgeeft weer als bron te hebben gebruikt Openlucht Museum, maar daar is het nu niet (meer) vinden.